noxqs.org's

FROG
FRee-open-source project-lOG

Hoe vriendelijk is mijn hardware vraag ik me soms af, als ik weer eens een niet-merk systeem bestel omdat ze geen keuze hebben aan voorgeinstalleerde Linux-(desktop) computers. En kunnen hardware fabrikanten niet een beetje Linux-vriendelijker denken, doen en zijn. Als er geen open-source driver is voor het apparaat, betekent dat nog niet dat het onbruikbaar is met Linux. Soms is er een tussenoplossing, zoals “proprietary drivers”: door de fabrikant ter beschikking gesteld tegen andere voorwaarden dan de GPL.

Verschillende Linux distributies hebben problemen met mijn nieuw systeem, meer bepaald de grafische kaart. Ik probeerde o.a. Knoppix, KUbuntu, Fedora Core 5, Suse 10 en 10.1.

Grafische kaart: ATi Radeon XPRESS 200 5A61 (PCIE)
Phoenix AwardBIOS GC11010N.86A.0311
Processor Intel P4 3.2 GHz

Meestal is het effect een zwart scherm, reeds in het begin van de installatie. Ik beschrijf verder het verloop met:

Suse 10.1 DVD (OSS-edition)

Dus bij het begin van de installatie:

F3 Boot Options,
F3 1280×1024 verzet naar 1024×768 of 800×600
(geprobeerd met aantal verschillende parameters),
Installation.
(…)

Het scherm wordt herkend als 17 inch met de verhouding 5:4 en resolutie 1280 x 1024 (de resolutie die bij het starten van de installatie foutging). Een test is hier mogelijk. Die geeft een mooi sneeuwlandschap en ik vraag me af hoe ik hier uitgeraak (dat stond voordien waarschijnlijk op het scherm). Maar na verloop van tijd kom ik mooi terug in het configuratiescherm. daar zet ik de resolutie lager. Er is nog 1152×864 (met 24 bit) maar gaat ook de mist in, 1024×768, 1024×600 en 800×600 gaat zelfs niet. (misschien ligt het aan de 24 bits kleuren?) Of is er toch een ATI driver nodig …
65.000 (16 bit) kleuren brengt geen verbetering (evenmin 15 bit) Na de 8 bit is zelfs mijn tekstscherm naar de knoppen). De schermratio wijzigen? Grootte? Niets werkt.

Zoals te verwachten was, is na de installatie het scherm onleesbaar.

De /etc/X11/xorg.conf file bevat:

Section “Device”
BoardName “Radeon XPRESS 200 5A61 (PCIE)”
BusID “1:5:0″
Driver “radeon”
Identifier “Device[0]”
VendorName “ATI”
EndSection

Ik volg nu de weg:
- eerst volledig installeren
- software: erbij opletten dat je mee installeert:
* gcc
* make, automake
* kernel-source

Als je GCC compiler en tools installeert heb je waarschijnlijk alles wat je nodig hebt.
De kernel source zit onder

Package Groups / Development / Sources

Ik controleer met search ook of “mc”, de midnight commander, wel aanstaat; die wil ik er altijd bij al is het maar om zijn “mcedit”.

Na de instelling van de server kies ik voor “update now”, en selecteer alles.
Dat duurde maar een paar minuten eigenaardig genoeg - het lijkt of yast stopt na de eigen update.
Bij de melding van de kernel update (niet bij nieuwe installatie) op ok klikken geeft daarna geen mogelijkheid meer om die af te zetten. De rest van de online update downloads begint en duurt iets langer (drie kwartier hier).
Daarna herstarten …

In de Release notes wordt gezegd dat ZENworks updater de vroegere YOU vervangt. Zie ook “rug” en “rwalter”. Er is ook melding van de ATI radeon en de radeonold drivers. Ze zeggen hier “sax2 -m 0=radeonold” om de configuratie te veranderen.

Dan komt “hardware configuration” met de onvermijdelijke “Graphics Cards”. Helaas hebben de updates niet geholpen: test configuration geeft nog altijd gekleurde sneeuw, ook de lagere schermresoluties.

En dan plan ik de aanwijzingen te volgen zoals gevonden op web (zie links) voor de installatie van de ATI drivers.

Ik volg de instructies op :
http://www.linux-club.de/ftopic62114.html
Ik heb eerst de drivers gedownload via een browser op een andere computer, maar dat gaat ook via “wget” vanop het toestel zelf, ingelogd op de “command prompt” als de aangemaakte user.

wget http://download.opensuse.org/distribution/SL-10.1/inst-source/suse/i586/compat-expat1-1.95.8-6.i586.rpm
wget –no-check-certificate https://a248.e.akamai.net/f/674/9206/0/www2.ati.com/drivers/linux/ati-driver-installer-8.25.18-x86.run

Je krijgt een nieuw login scherm met ctrl-alt-F2 bv. Voor de https link heb ik dan wel als parameter meegeven “–no-check-certificate”, anders krijg je een melding.

Wijzig de rechten met chmod +x om “ati-driver-installer-8.25.18-x86.run” uitvoerbaar te maken. Het is een programma dat de installatie voor zijn rekening gaat nemen.
Na het uitvoeren van de “run” file :

rpm has been successfully generated

Na het uitvoeren van aticonfig –initial om de ATi driver in gebruik te nemen:

Uninitialised file found, configuring
generate load “dri” module
Using /etc/X11/xorg.conf
Saved back-up to /etc/X11/xorg.conf.original-0

Dan ga ik met Alt-F7 naar het “grafische sessie” waar het gekleurde-sneeuw scherm staat.
Met Ctrl-Alt-BS herstart de X server, en ik krijg een mooi blauw login scherm!

Daarna maak ik een backup op CD van de drivers.

Het nadeel van de hoge kloksnelheden van de (intel)processors is dat ze veel zwaardere koeling nodig hebben.
De toestellen die we als “terminals” gebruiken voor de tijdsregistratie in noxqs tonen dat mooi aan. De “thermal event” uit een vorig artikel bleef terugkomen ongeacht de buitentemperatuur. De openingen trokken wel lucht (blad papier in luchtstroom om te testen want te veel omgevingslawaai om de ventilator te horen draaien).

Bij het openen van de kast was niets abnormaal te zien, behalve wat stof. Bij nader inzien blijkt dat er een koeling in de voeding is, en een ventilator die rechtstreeks op de processor zit, of althans op de koelvin van de processor. Dat is een nogal uit de kluiten gewassen stuk metaal (ik veronderstel aluminium), dat een fijne structuur van groeven vertoont om de lucht door dikke koelblok te leiden. In de kast is een buis gemonteerd die de lucht van een opening in de kast rechtstreeks naar de ventilator op de cpu voert. De ventilator is gewoon vuil van het stof, maar het koelblok met de fijne openingen zit bovenaan redelijk dichtgestoft. Erg genoeg om de luchtstroom zodanig te hinderen dat de temperatuur te hoog oploopt.

Zo’n koelvinnen schoonmaken zonder de hele boel te demonteren is mij alleen gelukt dankzij de aanwezigheid van perslucht in de werkplaats. Het is een “propere” manier om de boel schoon te blazen, alhoewel op voorhand even stofzuigen om de grote massa stof op te vangen ook wel een goed idee zou geweest zijn.

Direkt na het “uitstoffen” trad de foutmelding niet meer op. Het ontwerp van deze koeling lijkt me niet zo geschikt voor deze produktie omgeving, alhoewel buro’s niet veel minder stoffig zijn vermoed ik. Met de generatie PII, PIII pc’s heb ik zo’n problemen in ieder geval niet gemerkt, en ik zie dat er gelukkig meer oog is voor het bedenken van andere oplossingen voor het koelprobleem; van lagere kloksnelheden over externe voedingen tot vloeistofkoeling.

Een computer waarvan gerapporteerd werd dat hij niet meer werkte, toonde bij het opstarten volgend bericht
(wat ik op zich best een originele - bijna grappige - melding vond) :

The CPU was previously shutdown due to a thermal event (overheating).
Service the unit right away to resolve this.
press F4 to Resume to run Setup
press F12 if you want to boot from the network

Op het eerste zicht leek de computer niet beschadigd, de ventilatoren werkten, en waren niet afgesloten. (alhoewel ik natuurlijk niet weet wat de omstandigheden waren op het moment van het oververhitten).

Het bleek een melding van het bios te zijn. Door bij het starten in het bios-menu te gaan kan de bios foutmeldingen-log leeggemaakt worden, waardoor de melding niet meer getoond wordt, en de computer normaal opstart.

(aanvulling op “Kortsluiting”)
De kortsluiting in een produktiemachine maakte enkele zware slachtoffers. Ze worden allemaal binnengebracht op de spoeddienst. Vier brancards rijden op een rijtje binnen en vervoegen de ene patient die er al lag. Dat was zo’n beetje de indruk in het IT centrum toen de getroffen pc’s afgeleverd werden.

In grote lijnen zijn de symptomen dat ze niet meer functioneren, wat meestel overeenkomt met niet meer opgestart geraken.

Eerst worden de toetsenborden en muizen ontsmet (het is een goed moment om die inderdaad even onder handen te nemen; je kan moeilijk het toetsenbord kuisen van een in werking zijnde toestel, en deze zijn in principe altijd in werking).

Twee toestellen bleven met een beschadigd bestandsysteem en/of beschadigde harde schijf onwerkbaar. Ook hier brachten vroegere investeringen op:
- Besturingssysteem en software kon terug geïnstalleerd worden van eigen image op een server. Die konden we maken dankzij de open source/free software aard van Linux, dat op die computers als desktop draait.
- Standaard pc-onderdelen zijn makkelijk en snel te krijgen en kunnen ook makkelijk op voorraad gehouden worden. Als je geen kant-en-klaar toestel reserve wil houden, kan je een harde schijf volledig geïnstalleerd en geconfigureerd opzij houden, beide mogelijkheden zonder daar extra software-licenties te moeten betalen of licentieboekhouding te moeten doen.

Een onbestemde kortsluiting gisterenavond deed in het gebouw een aantal zekeringen afspringen. Alle apparatuur viel dus zonder stroom. De servers hangen op een UPS, en trokken het net lang genoeg tot iemand de zekeringen kwam opzetten.

De “clients”, de pc’s waar de tijdsregistratie van Noxqs op gebruikt wordt, zitten op een andere stroomkring en vielen niet uit. Maar ze waren ze wel de verbinding met de server even kwijt. Dat liet de gebruikers achter met een wit scherm. Het herladen van de pagina in de browser (’reload’ of CTRL-R) was bij de meeste toestellen genoeg om ze terug te aktiveren. Een heel verschil tegenover de vroegere Foxpro client op een Windows machine.

Voor alle output die geprint moet worden is het handig werken met pdf. Er bestaat een vrije pdf “class” : fpdf
Die is af te halen op de website, waar ook uitleg in het Nederlands en voorbeelden van gebruik te vinden zijn.

Alhoewel we het niet uitgeprobeerd hebben vermoed ik van wel.
De Lamp-laag net boven het operating systeem, nl Apache, MySQL en PHP bestaat ook voor het Mac platform.
Op een huidige nieuwe mac met OS-X staat de Apache vooraf geinstalleerd. Je vindt het in “System Preferences”, “Sharing” als “Personal Web Sharing”. Apple is een beetje verward in zijn uitleg die erbij hoort (het lijkt alsof het een ontwikkeling is die eigen is aan Mac OS-X), maar uiteindelijk zie je toch duidelijk dat je met Apache te maken hebt, en ook de opstartpagina is de originele Apache-pagina. In het paneel is Apache niet met naam genoemd, maar kan je Personal Web Sharing aan of uitschakelen. Tevens wordt de link gegeven waarop je de site kan bereiken; gebruiksvriendelijk is het zeker wel. In hetzelfde paneel vind je trouwens “Remote Login” (SSH), FTP-access, ook handig bij het opzetten of testen van een webapplicatie.

MySQL zit niet standaard bij Mac OS-X, wel bij de Apple servers volgens documentatie. MySQL voor Mac downloaden en installeren is niet moeilijk (zie Developer Connection),

Je haalt 4 items af: mysql-standard, MySQLStartUpItem, MySQL.prefpane, ReadMe.txt
er is een vriendelijk begeleidende installatieprocedure die alles voorstelt en enkel bevestiging nodig heeft, alsook het password van de root. Het startupitem moet 1 keer uitgevoerd worden om automatisch de MySQL server te starten. PrefPane dient om serverstatus weer te geven en te starten/stoppen. Het krijgt een eigen plaats in de system preferences onder “other”. Ik vraag me af of er behalve Navicat misschien ook een “vrije” client is voor os X?

Opgelet bij editen van php.ini:
You probably used TextEdit to edit your .php file. Don’t edit your text files with TextEdit! It will insert lots of RTF formatting code into your HTML and PHP code, which is what you’re seeing.

Do yourself a big favor and get BBEdit or TextWrangler! This is one of the best programs ever written for the Macintosh (some people say it’s a reason to buy a mac), and if you regularly edit text files containing code like HTML or PHP, you definitely need this!
Hoewel ik eerder een midnight commander gebruiker ben; zou ook bestaan als mc download van darwinports .

Die Open Office zoektocht leidde me naar een ander programma om “technische” tekeningen mee te maken: QCad.
Wat me daar trouwens opviel was de “help”, die volledig als webpagina’s is uitgevoerd. Op zoek naar het gereedschap waarmee de documentatie gemaakt was kwam ik bij “manstyle” terecht. Net als QCad zelf een ontwikkeling van Andrew Mustun. Helaas is de ontwikkeling aan manstyle stilgevallen blijkbaar.
qcad
manstyle

Tot mijn grote spijt voldoet het tekenprogramma van OpenOffice niet meer aan mijn noden. Ik gebruikte sinds StarOffice 5.2 erg graag het tekenprogramma. Het was eenvoudig en had praktische mogelijkheden om snel een schets te maken, bv van iets dat je moet laten maken. De ingebouwde mogelijkheid van maat-aanduidingen maakte het efficient, en het was een reflex om het programma daarvoor te starten, ondanks de nogal zware manier waarop StarOffice telkens de hele office opstartte. Maar zelfs op een PIII 500 Mhz valt er best mee te werken.

Het zal iedereen opgevallen zijn dat het programma een kleurrijke en drukkere gebruiksomgeving heeft gekregen in versie OpenOffice.org 1.X. Versie 1.9/2.0 lijkt er nog een schepje bovenop te doen. Op zich niet zo’n groot probleem als het maar niet in de weg gaat zitten van het gebruiksgemak, en dan bedoel ik de echt praktische kant.

Een spijtig voorbeeld daarvan: als ik nu het tekenprogramma start, en ik aan een schets begin, zie ik nergens meer de coordinaten van de lijn die ik aan het tekenen ben. Pas als ik ze daarna aanpas, krijg ik terug getallen te zien, maar dat is heel onhandig werken. Misschien zijn er wel instellingen om dat toch terug op het scherm te krijgen, maar op eerste zicht vond ik ze niet. Je kan bij Tools/Options/Drawing/View wel de “control points in Bézier editor” aanzetten, maar toch krijg je geen afmetingen weergegeven als je een lijn begint te tekenen. Verder niets in die richting.

Wel als je ze daarna wijzigt; dan gaan de cijfers over de wijziging, en over de totale lengte van de lijn. Bij een rechthoek tekenen krijg je rare informatie: helemaal geen coordinaten bij het tekenen van een nieuwe, en “procentuele” (!) informatie bij het wijzigen van de rechthoek; is het alleen interessant hoeveel procent hij groter wordt? Ik verwacht toch minstens (ook) te zien hoe de lengte en de hoogte zijn in absolute cijfers!

Je kan niet op de informatiebalk klikken om hem aan te passen of de weer te geven velden aan of uit te zetten bv. Helemaal links verschijnen meldingen als “lijn geselecteerd”, en de procentuele wijzigingen, onmiddellijk ernaast flitst soms iets (en het lijkt me de aangewezen plaats - zoals in 5.2 - om de coordinaten te zetten) en daarnaast staan de schaal, een *, de slidenummer, en “Default”. Ik ben niet zeker, maar het lijkt alsof soms de gegevens wel verschijnen in het leeg stuk balk onderaan.

Misschien is het een bug?

Update: in de 2.0 pre (Suse build 1.9.79.2.3) schijnt het verholpen te zijn. Op die “vrije” plaats komen inderdaad de coördinaten. Maar de getallen worden zo traag aangepast aan de beweging dat het niet vlot werkt. In 5.2 daarentegen was er vlotte “real time” aanpassing van de coordinaten.

Update 2: na een update in RedHat/Fedora geeft de OpenOffice 1.1.4 nu mooi de coördinaten weer. 20050915

- documentatie die zeker werkt is html: te schrijven met een eenvoudige txt-verwerker tot Webeditor als Quanta. Raadplegen kan met eender welke browser, er kan uit gekniopt en geplakt worden, een copy op CD kan zelfs als documentatie gebruikt worden. Maar moet je zelf alles organiseren: inhoud, verwijzingen, … en als je wil werken vanop verschillende locaties of met meer deelnemers wordt het omslachtig.

- om gemakkelijk tekst online te krijgen, te raadplegen via browser, en waarbij de inhoud ook gevuld kan worden via een browser lijkt het gebruik van een wcms voor de hand te liggen, bv phpbb, waarbij je rubrieken zo indeelt dat ze overeenkomen met wat je nodig hebt. Hier is het wel moeilijk om er bv een pdf-handleiding uit te halen nadien en ook de applicatie aanpassen aan je noden is extra werk.

- wiki: web-interface lezen, en even web-interfaced online schrijven; plaatselijk (online) te installeren, bijdragen en uitbreidingen doorlopend mogelijk ook door gebruikers van de documentatie.

Dit zijn command-line systemen, voor een LAMP project minder geschikt:
- Texinfo: gebruikt door de free software foundation (GNU) om documentatie te schrijven bij hun software. Bedoeld voor het gebruik met “info”, de command prompt lezer (bv “info tex” geeft op command prompt uitleg over tex). Heeft goede uitvoer voor gedrukt werk. Niet duidelijk of er goede html uitvoer is.
- man: standaard systeem op linux om “manuals” te maken die geraadpleegd worden met het command line programma “man”, bv “man help” om uitleg over “help” te krijgen. (vgl info)

- Docbook ziet er interessant uit. Is het makkelijk aan te leren of te beginnen gebruiken?
- …

Hoe op een goede manier je LAMP-project documenteren, en hoe een nuttige handleiding maken voor de gebruikers van de software? Voor documentatie van de software kan je er van uit gaan dat de ontwikkelaar dat automatisch doet, maar misschien is die wel van het principe “het programma is de documentatie”. In zekere zin is dat ook zo bij open source software, zoals het ook bij script-talen voor de hand ligt. Een MySQL database is ook geen geheime zwarte doos en laat toe de struktuur te onderzoeken of exporteren. Maar toch.

Voor de gebruikersdocumentatie is het anders, de ontwikkelaar kan niet aan alle gebruikers uitleg gaan geven. Een handleiding of gebruikersdocumentatie is dus nodig. Om achteraf geen tijd te verliezen zou heel wat uitgezocht moeten worden voor je de documentatie begint te maken:

Wat is het makkelijkste formaat? Moet het gedrukt worden? PDF? Of moet het online geraadpleegt worden (logisch bij een web-interface)? Schrijf je die dan als html? En bestaan daar vrije-software tools voor om dat te doen? Als er meer dan 1 taalversie van moet gemaakt worden zal dat ook invloed hebben op het maken van de documentatie; eerst in 1 taal? Welke? Moeten de gebruikers de handleiding kunnen aanvullen (zoals in wiki-systeem)? Moet de handleiding geïntegreerd zijn of afzonderlijk kunnen verspreid worden?

Ik heb helaas alleen nog maar de vragen…

Ik heb eindelijk tijd gevonden om een gevoeligere draadloze antenne te testen. Ik schroefde de D-Link DWL-M60AT op een draadloze netwerkkaart van Linksys. De antenne bestaat uit een schoefkoppeling, een draad van 1,5 meter en een voet met daarop een platte vierkante plastic behuizing waarin de antenne zit.

Eerst in de gewone opstelling van de PC: Kde menu, uitvoeren, “kwifimanager” of klik op de link in het menu (Internet/data exchange of Internet/More programs/KWiFiManager of waar het ook staat).
Open File, Connection Statistics. Daar was met de standaard antenne de “Noise / Signal” uitlezing voor signaal 195 . De computer hangt onder een tafel, de antenne is op de ingebouwde netwerkkaart gemonteerd, helemaal vrij in de richting van de Access Point. Ik vergelijk met mijn laptop met ingebouwde antenne op de tafel: 197 tot 198.

Nadien met de extra gevoelige antenne: de uitlezing geeft 205 tot 215 aan, naargelang de stand van de antenne. Volgens de documentatie zou de antenne richtingsgevoelig zijn en een gebied van 80° bestrijken (hor. en vert.).

Om goed te zijn zou ik nu moeten vergelijken met een gewone verlengdraad voor de bestaande antenne.

Foxpro 2.6 tabellen (.dbf bestanden) die via MySQL Front 2.1 moeten omgezet worden geven een probleem bij volgende veld-typen:
- memo : hierin kunnen bij Foxpro grotere hoeveelheden tekst opgeslagen worden zonder de recordstructuur ermee te belasten aangezien ze in een apart bestand bewaard worden.
- logical : wordt gebruikt voor binaire waarden 1 / 0, of True / False.
- general: hierin was een bitmap beeld opgeslagen.

Om een export van de gegevens van “orig.dbf” naar MySQL te doen paste ik de velden aan. Er zijn zover ik weet geen instructies voor in Foxpro, maar het kan wel via een omweg. Je kan de structuur van een database bewaren in een dbf file, waar die beschreven wordt door middel van velden, met een record per te beschrijven veld. Je kan vanuit die beschrijvende database terug een (lege) database genereren, en gegevens erin importeren.

Met COPY STRUCTURE EXTENDED TO tempstruc maak je die database aan. Je kan dan vanuit programmacontrole de records in die database manipuleren om records bij te maken waar de “vertaalde” waarde inkomt; bv een 1-letter veld voor de boolean, een 256 letterveld voor de memo tekst. Je kan ook de database doorlopen en het langste veld opslaan in een variabele, hier “opm_len”

APPEND BLANK
REPLACE field_name WITH temp_opm
REPLACE field_type WITH “C”
REPLACE field_len WITH opm_len
*REPLACE field_dec WITH && niet van toepassing hier

Daaruit creëer je dan een nieuwe database:
CREATE temp FROM tempstruc
en neemt de gegevens over uit de originele (APPEND FROM). Je zet dan de gegevens van de niet-compatibele velden in de nieuw bijgemaakte velden (REPLACE ALL temp_opm WITH ALLTRIM(orig_mem) ).

Nu zitten zowel de onbruikbare als de bruikbare velden in deze database. Je kopieert ze naar de uiteindelijke export versie, en laat daarbij de onbruikbare velden vallen:
COPY TO export FIELDS EXCEPT temp_mem PRODUCTION

Er zijn ongetwijfeld andere oplossingen, maar ik ging hierbij uit van de beperking dat er op die bestaande computer geen nieuwe programma’s / -versies worden bij-geïnstalleerd.

Ps: Ik kreeg nog deze tip binnen (niet zelf uitgeprobeerd): abusinet, een tool om dbf files te lezen, om te zetten naar cvs, enz., momenteel in versienummer 0.8.

Ik had vroeger eens een programma afgehaald van het web om vanop de Windows computer de gegevens aan te reiken aan de databank: MySQL Front. Ik heb het in versie 2.1 geinstalleerd staan op de PC waar de oude applicatie en gegevens opstaan, en heb het nu terug nodig om gegevens te importeren.
MySQL Front is een hulpprogramma dat netjes installeert op de Windows 95 machine. Het voegt een menu toe met onderdelen: configuratie file wijzigen, MySQL-Front starten, website, online FAQ, readme en een “uninstall” optie. Het programma mag 30 dagen gebruikt worden alvorens te beslissen over eventuele aankoop; het is dus freeware en geen GPL licentie!

Voor gebruik hebben we twee verbindingen nodig: één naar de data van Foxpro (dbf bestanden), en één naar de MySQL server.

MySQL Front - Foxpro / odbc:
Voor de dbf files gebruikt het programma “odbc”; een aparte Windows uitbreiding die al geinstalleerd moet zijn. Via Windows Menu / Settings / Control Panel kies je “ODBC data source”. Daar voeg je toe, kies de driver voor het Foxpro dbf bestandsformaat, als bron, en duid je de map aan waarin de bestanden staan, eventueel het bestand zelf. Je kan die instelling ook opslaan, en gemakkelijk aanpassen in de odbc instellingen.

MySQL Front - MySQL:
Bij het starten van MySQL Front heb je het adres van de MySQL-server nodig, een gebruikersnaam, en een wachtwoord. Op de server moet een verbinding vanuit jouw toestel (ip-adres) toegelaten worden, en je moet rechten hebben op het maken van nieuwe tabellen. Dan wordt de verbinding gelegd en krijg je links een voorstelling van de verbinding met de bijhorende databanken en daarvan als onderverdeling de tabellen. Je kan via de menu’s allerlei bewerkingen doen, wij zijn hier geïnteresseerd in het importeren van gegevens:
Import / odbc import / data source: (naam van odbc verbinding)
Ik hoef geen naam en password in te vullen en klik gewoon “ok”, waarna de beschikbare “Tables” zichtbaar worden in een linkse kolom. Hier kan je nog aan en uitvinken voor je de aktie “import” kiest. Je kan ook details aanpassen zoals de eigenschappen van de velden waar de gegevens naartoe gaan. Je stelt de target database in (waar data naartoe moeten in je MySQL).

In het onderste deel van het venster rolt een log voorbij tijdens het importeren. Daar kan je controleren of de import goed is verlopen. Ik kreeg bij het importeren van twee .dbf bestanden in een directory de foutmelding: table doesn’t exist. Ik probeerde aparte import; een van de twee tabellen kwam er wel goed door, de andere niet. Eerst dacht ik dat de tabel al moest bestaan maar dat is niet zo; die wordt automatisch gemaakt, tenzij er een fout optreedt. Bij nader inzien blijkt de aanwezigheid van een memo veld de oorzaak te zijn van het mislukken van de import. Ik maak een versie zonder memo veld (zoek de grootste lengte van tekst, maak een veld bij me die lengte, zet de gegevens van het memoveld in dat nieuwe veld, en pas de structuur aan om het memo veld te verwijderen.

Gaat nog niet, maar nu lijkt een ander veld, met een binaire waarde, verantwoordelijk te zijn: MySQL heeft geen “true/false” veldtype. Ook dat veld wordt aangepast, en later ook nog een blob-veld (waar een beeld in de database werd opgenomen). Nu verloopt de omzetting wel goed.

Na een stroomuitval in de productieruimte, start “terminal 170″, 1 van de computers waar Noxqs op draait, niet terug op. Net zoals alle andere Noxqs-terminals is het een Linux-machine.

Op het scherm staan na “checking root filesystem” verschillende problemen van het bestandssysteem gemeld, enkele komen goed:
... FIXED
... CLEARED
en

Bad inode number for '.' in directory inode 2080815
/: UNEXPECTED INCONSISTENCY; RUN fsck MANUALLY
(i.e., without -a or -p options)
[FAILED]
Give root password for maintenance

Na het ingeven van het password:
(repair filesystem) 1 #

.. tik ik manueel het commando:
fsck

.. zonder parameters, waarna dat programma onmiddellijk zijn werk begint
fsck 1.32
...

Alle vragen op het scherm heb ik beantwoord met
“Y”
De check is ok, start terug op. No Nerds Needed.

Als de computers die de noxqs applicatie moeten draaien toekomen, moeten ze allemaal voorzien worden van een Linux systeem. Een systeem installeren, met de selectie van de nodige software gaat toch al snel een paar uur in beslag nemen, en eer alle instellingen dan nog gemaakt en gecontroleerd zijn reken ik zo’n volledige werkdag. Als dat één voor één moet gebeuren voor 11 computers kan je je wel een paar weken bezighouden. En ook alle onderhoud later is maal 11 natuurlijk.
Er is redelijk weinig software nodig: basissysteem zonder servers, een grafische omgeving, browser. Wel wat specifieke instellingen: user maken, wireless kaart configureren met netwerkgegevens.

Het ligt dus voor de hand om een meer geautomatiseerde installatie te gebruiken. Maar daar is dan weer opzoek, ontwerp, en (script)-programmeerwerk aan…

1) Server
Er wordt een volledige installatie (met alle nodige applicaties erin) klaargezet op een server die als locale installatieserver gaat dienen. De clients moeten daar hun installatie afhalen.

2) Clients
Er wordt een zelfstartende CD gemaakt, met daarop een klein linux-systeem dat installatie uitvoert; dat verbinding legt met de voorziene installatieserver, en daar alles afhaalt wat nodig is. Dit gebeurt via het gewone netwerk.

3) Netwerk
Er is een beginopstelling met alle client-computers en de server aan een switch.
Nadat de clients hun installatie hebben afgehaald krijgen ze manueel hun eigen vaste IP adres en werken daarna over de wireless verbinding.
De Access Points zijn voorbereid en in werking.

Bij het implementeren van een IT toepassing zorg je ook voor een backup.
Uit eigen ervaring weet je wat voor soort zaken kunnen voorvallen; bv harde schijf of netwerkkaart die defect raakt, schijfcapaciteit die overschreden wordt, enz. Van collega’s die met andere systemen werken hoor je over systeemzwakheden: virussen, systeem dat hangt door een print-opdracht, problemen bij upgrades, … Uit de boeken ken je de theoretische mogelijkheden: brand, diefstal, vandalisme.

Maar zoals het dikwijls gaat is de werkelijkheid toch weer verrassender. Wegens werken aan een hoogspanningscabine op zaterdag moest ik de servers afsluiten op vrijdagavond. Meestal volstaat een shutdown -h now, maar bij sommige machines moet je daarna ook de powerknoop nog gebruiken om ze helemaal uit te schakelen. Maandagochtend moet alles terug werken, internetverbinding, mailservers, en vanaf de vroege ploeg wordt er op het noxqs tijdsregistratie systeem “getikt”. Terwijl ik de servers uitschakelde bedacht ik dat ik best zondag alles terug kan komen inschakelen, dan heb ik ook tijd om alles te checken. Het zou niet de eerste keer zijn dat een harde schijf na jarenlang trouw draaien eenvoudigweg niet terug wil starten na een power-off.

Op dat moment schiet het ronde power knopje van de HP server helemaal naar binnen bij het uitschakelen. Oeps, ik duwde helemaal niet hard… Het is de nog niet zo oude HP ProLiant ML110. Hij is in heel zijn levensloop misschien al 5 keer af en aan gezet, en het knopje schiet naar binnen alsof er met een hamer op geramd werd. Wat een ellendige prutskwaliteit van “power” knop staat hier nu op! Mooi vooruitzicht ook voor zondag: een server die perfect in orde is en alle data en programma’s bevat, maar eenvoudig niet kan opgestart worden omdat de powerknop er in gevallen is.

Een aantal zeer algemeen voorkomende gegevens als Naam, Adres, Woonplaats zijn zowat in alle programma’s nodig die met administratie te maken hebben. Dus moeten we ons de vraag stellen of we het wiel opnieuw uitvinden of richtlijnen - of ondertussen gestandaardiseerde bestaande modules - kunnen gebruiken.
Zijn er zo’n standaarden, voorbeelden, beschrijvingen?
Daar zijn ook tegenargumenten voor: een externe module werkt anders, heeft eigen code en is dus niet of minder geintegreerd, dient toch altijd specifieke doelen die verschillend zijn van de onze enz. Ook de code voor input en onderhoud is waarschijnlijk niet voorzien voor gebruik in totaal andere omstandigheden.
Is er een interessante tussenweg mogelijk? Kunnen we de adressen bv compatibel maken met een ander bestaand vrij programma, waarmee waarschijnlijke samenwerking mogelijk of nodig is?
Een van de mogelijkheden is uit te gaan van een bestaand pakket, waarbij alle bestaande functionaliteit behouden kan blijven, eventueel uitgeschakeld, of de data anders benaderd. Dat zou eigenlijk van noxqs een plugin maken voor dat programma. Omgekeerd: een bestaand programma of programma-werkwijze opnemen binnen noxqs, eventueel andere code errond schrijven om de benadering van de data noxqs-eigen te maken.
Of minder ingrijpend: import (/export) voorzien voor een LAMP office omgeving, op zo’n manier dat het schrijven van import/export voor andere omgevingen open blijft.

Om overal terminals te zetten moet heel wat netwerkkabel bijgetrokken worden, en net daar waar het meestal problemen geeft: de productiehal. Verplaatsingen van grondstoffen, bewegingen van goederen, herstellingen en installatie van machines vormen een bedreiging voor de broze netwerkkabel. En na zorgvuldige planning en aanleg van de bekabeling gebeurt meestal een wijzigingen in de opstelling van de productielijnen, en moet het netwerk heraangelegd worden.

De vroegere coax-kabel had het voordeel dat er maar 1 lijn moest aangelegd worden, waar je onderweg van kon “aftappen” waar je verbinding nodig had, maar anderzijds was een breuk op 1 plaats ook het einde van het verkeer op het hele netwerk. De UTP bekabeling zorgt daarentegen voor een tros draden die over lange afstand samenblijft, om dan langzaam te verdunnen telkens een draad ter bestemming is. Een breuk in een van de draden heeft slechts inpact op 1 station, maar blijft in het kluwen moeilijk op te sporen, en vervanging is terug het hele traject afleggen.

Wireless heeft een wisselende kwaliteit. Een proef om die ontvangst te testen werd opgezet: een Wireless Access Point werd op een hoogte van 4 meter opgesteld op de korte zijde van een rechthoekige productiehal, vlak bij de hoek, achter glas. Met een laptop, die vanwege de kleine antenne een beperkte ontvangst heeft, werd de kwaliteit van het signaal gemeten met KWiFiManager. Dit KDE programma geeft de verbindingssnelheid (connection speed) weer op een schaal van 0 tot 11 (of andere relevante waarden) in MBit/s, alsook de naam van het netwerk, het adres van het toegangspunt (Access Point), het eigen IP adres, en het gebruikte kanaal (Frequency). Ook de signaalsterkte wordt aangegeven met een grafiekje.

Resultaat van de test: in open ruimte was alles goed, achter een machine wordt de kwaliteit veel minder, om als je dicht bij de grond komt tot onwerkbare waarden of uitval te leiden. Achter een wand (binnenmuur bestaande uit soort metalen sandwichpanelen) is de kwaliteit ook te laag, maar als je terug in de buurt van een raam in de wand komt is het aanvaardbaar. In afstand merk je ook een duidelijk terugval tussen zo’n 50 tot 70 meter. Dan achter een hoekje gaan doet het signaal verdwijnen. Later hebben we een test gedaan met een pc met een netwerkkaart die een opschroefbare antenne heeft. Hier waren de resultaten gelijklopend, maar zoals te verwachten iets beter in de kritieke punten. Voor het geplande project was het resultaat bevredigend, met als reserveoptie dat op echte probleempunten eventueel toch een uitzonderelijke kabel moet voorzien worden, of gebruik gemaakt kan worden van de weinige bestaande bekabeling.

Om met het invoeren van een WAP geen te zwak punt in te lassen, besluiten we een tweede WAP te installeren aan de overzijde van de hal. Daardoor is de dekking beter, en ligt bij het falen van 1 punt niet het hele netwerk stil. De Access Points worden aangebracht op 4 meter hoogte, de hal zelf is 6,5 meter maar het bovenste stuk wordt gebruikt voor allerlei buizen en leidingen. Er wordt stroom voorzien, en netwerk door een utp kabel.

Ik wist niet dat het zo moeilijk was een computer te kopen, in dit geval dus 10 computers als gebruikers terminal voor het noxqs programma. Het gegeven is eenvoudig: ik wil 10 standaard pc’s kopen, zonder operating system (OS) aangezien we ze zelf installeren met een aangepaste Linux versie. Op de websites van Dell: geen pc met linux of zonder OS. Hp/compaq: geen pc te vinden zonder OS of met Linux. IBM: evenmin.

Ik zeg niet dat er geen zijn. Ik heb ooit al eens een server gevonden op zo’n site, die zonder OS geleverd werd. Maar een pc? Ofwel zit het zo ver weg in de site, ofwel is hij er niet, maar het komt op hetzelfde neer: de merken jagen hun klanten weg. Als kmo-klant zou ik nochtans in eerste instantie voor een merk-pc opteren. Wat is er de oorzaak van dat leveranciers de keuze van hun klant inperken?

Ik heb dan 10 pc’s besteld, zonder OS, gebouwd door een leverancier. Ik heb nu standaard toestellen voor een goede prijs, en behalve de garantietermijn zie ik geen relevante verschillen. Het samenstellen van de systemen duurt iets langer omdat je zelf moet kijken welke muis, toetsenbord, en scherm je koopt.